100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Zeer uitgebreide Samenvatting Fitnesstrainer B boek (NLActief) / 2023 $22.21   Add to cart

Summary

Zeer uitgebreide Samenvatting Fitnesstrainer B boek (NLActief) / 2023

  • Course
  • Institution

Dit document bevat een zeer uitgebreide, volledige samenvatting van alle hoofdstukken (1 tm 9) van het Fitnesstrainer B boek (NLActief). Dit gaat jou zeker helpen bij het behalen van je diploma.

Last document update: 1 year ago

Preview 3 out of 92  pages

  • October 23, 2021
  • January 11, 2023
  • 92
  • 2022/2023
  • Summary

7  reviews

review-writer-avatar

By: anass_stitou • 3 months ago

review-writer-avatar

By: noelledevries • 1 year ago

review-writer-avatar

By: Maxxxdijk • 1 year ago

review-writer-avatar

By: Maxxxdijk • 1 year ago

Translated by Google

Neatly and clearly elaborated. Very handy.

review-writer-avatar

By: peternieuwedijk • 2 year ago

Translated by Google

All parts will be discussed within the summary. Top recap!

review-writer-avatar

By: kevinvanzundert • 2 year ago

review-writer-avatar

By: Sanderrrr • 2 year ago

Translated by Google

Very neat thank you

reply-writer-avatar

By: FitnesstrainerAenB • 2 year ago

Translated by Google

Hope you have some help!

avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 16 Flashcards
$5.54 3 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Welke stelling is juist? I. De moderne fitnessprofessional is een trainer die vooral resultaatgericht coacht. II. Een projectsporter is iemand die zich heeft aangemeld voor een evenement en hiervoor wil trainen

Answer: C) Alleen stelling II is juist

2.

Een nieuwe trend in de sportwereld is de opkomst van de projectsporter. Wat wordt er verstaan onder een projectsporter?

Answer: C) Een sporter die zich verbindt aan en evenement en daarvoor in training gaat.

3.

De gezondheidszorg in Nederland kent verschillende taken. Welke taak wordt in de nabije toekomst steeds belangrijker?

Answer: B) Aandacht voor preventie

4.

Wat is er voor nodig om het beeld dat de samenleving van fitness heeft meer waarheidsgetrouw te maken?

Answer: D) Fitnessprofessionals met voldoende kennis en vaardigheden

5.

Waarin ligt binnen de fitnessbranche het belangrijkste groeipotentieel?

Answer: B) In de medische component

Flashcards 57 Flashcards
$5.54 1 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Welke strategie kunnen we toepassen om de klant van de voorbereidingsfase (preperation) naar de actie (action) fase te krijgen binnen het TTM model?

Answer: D) Helpen met het bepalen van de juiste strategie te bepalen en help het zelfvertrouwen te Versterken

2.

Wat is een gedragsproces?

Answer: D) Contigentie-management

3.

Wat is een voorbeeld van een cognitieve veranderingsproces?

Answer: A) Zelf her-evalueren

4.

Wat is geen pijler van de Self-efficacy Theory?

Answer: D) Verwachte fase van terugval

5.

Wat is niet waar met betrekking tot overtuigingen?

Answer: D) Overtuigingen staan vast en zijn niet veranderbaar

Flashcards 45 Flashcards
$5.54 1 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Wat is de systolische bloeddruk?

Answer: C) Dat is de maximale druk op het moment dat het hart slaat en het bloed door de bloedvaten stuwt

2.

Wat is geen submaximale aerobe test?

Answer: B) Quebec-10-seconden test

3.

Wat doen we bij het antropometrie gedeelte van een test?

Answer: B) Het meten van verschillende lichaamsmaten

4.

Welke uitspraak is onjuist?

Answer: B) Lenigheid is de belangrijkste voorwaarde om blessurevrij te kunnen sporten

5.

Wat is een voorbeeld van maximaalkracht?

Answer: A) Het uitvoeren van een 1RM test

Flashcards 22 Flashcards
$5.54 1 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Wat is geen terrein waarop de moderne gastheer geschoold is?

Answer: D) Het managen van de bedrijfsvoering

2.

Er bestaan drie tactieken om je non-verbale communicatie te sturen. Welke drie tactieken zijn dat?

Answer: C) Interesse tonen, conflicten beheersen, samenwerking bevorderen

3.

Welke stelling is juist? I. Het uiten van gevoelens gebeurt voor 93% door non-verbale communicatie. II. De stemklank is verantwoordelijk voor 38% van het uiten van gevoelens.

Answer: A) Beide stellingen zijn juist

4.

Wat is geen belangrijke vaardigheid van de moderne gastheer?

Answer: A) Tafelvaardigheden

5.

Wat verstaan we onder analoge communicatie?

Answer: C) Intonatie, gezichtsuitdrukking, lichaamshouding

Flashcards 19 Flashcards
$5.54 1 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Er bestaan verschillende strategieën voor een sterk personal brand. Tot welke strategie hoort het volgende voorbeeld: Sanne positioneert zichzelf als deskundige op het gebied van mensen met een chronische aandoening.

Answer: B) Neem de expertrol

2.

Wat wordt bedoeld met een top-of-mind status?

Answer: A) De eerste organisatie/persoon waar iemand aan denkt bij een bepaald probleem of project

3.

Er bestaan acht geboden voor personal branding. Welke van de onderstaande geboden horen bij deze acht geboden?

Answer: C) Moet consequent gecreëerd worden, is tegenwoordig overal, is controversieel

4.

Wat wordt verstaan onder personal branding?

Answer: B) Persoonlijk merk

5.

Wat verstaan we onder personal branding?

Answer: B) Het creëren van een persoonlijk merk

Flashcards 27 Flashcards
$5.54 1 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Welke stelling is juist? I. Het maximale ademminuutvolume neemt door training toe. II. Door training neemt de effectiviteit van de longventilatie toe.

Answer: B) Beide stellingen zijn juist

2.

Welke stelling is juist? I. Training leidt tot veranderingen in de grootte van het hart. II. Training leidt tot een hogere slagfrequentie van het hart in rust.

Answer: C) Alleen stelling I is juist

3.

Als gevolg van training neemt de voorraad ATP en CP in de spiervezels toe en treedt er eveneens een verhoogde activiteit van een aantal belangrijke enzymen op. Hoe wordt deze beschreven aanpassing genoemd?

Answer: D) Verbetering van het fosfaatsysteem

4.

Welke biochemische aanpassing vindt aeroob plaats?

Answer: D) Toename in de oxidatie van koolhydraten

5.

Waarop berust de neuromusculaire achtergrond?

Answer: A) De twee verschillende soorten spiervezels

Flashcards 32 Flashcards
$5.54 1 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Wat doen proprioceptoren?

Answer: C) Deze zorgen ervoor dat het lichaam in balans blijft

2.

Wat is een ander woord voor zenuwcellen?

Answer: A)Neuronen

3.

Welke stelling is juist? I. Neurotransmitters kunnen de activiteit van een neuron stimuleren en afremmen. II. GABA stimuleert een neuron en glumaat remt een neuron af.

Answer: D) Alleen stelling I is juist

4.

Welke stelling is juist? I. Propriocepsis is het vermogen om je lichaamspositie te voelen. II. Balanstraining is een functionele trainingsvorm dat propriocepsis, stabiliteit en coördinatie integreert in fitnesstraining op elk niveau.

Answer: A) Beide stellingen zijn juist

5.

Wat is geen testoefening van de Functional Movement Screen?

Answer: D) De shoulder press

Flashcards 24 Flashcards
$5.54 1 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Welke stelling is juist? I. De core bestaat uit alle spieren die aan de romp aanhechten. II. Core stability is de mate waarin de kern van het lichaam in staat is om het lichaam

Answer: D) Beide stellingen zijn juist

2.

Wat is de eenvoudigste methode om de intensiteit van duurtraining te bepalen?

Answer: C) Op basis van de slagfrequentie van het hart

3.

Om een streefhartslag voor duurtraining te bepalen kunnen we de methode van de hartslagfrequentiereserve (methode van Karvonen) gebruiken. Wat is de correcte formule voor de methode van Karvonen?

Answer: B) HFstreef = Trainingsintensiteit% x HFreserve + HFrust

4.

Welke uitspraak over acute spierpijn is niet juist?

Answer: B) Bij acute spierpijn raakt spierweefsel beschadigd

5.

Wat is geen theorie over later optredende spierpijn?

Answer: C )De stofwisselingstheorie

Flashcards 10 Flashcards
$5.54 1 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Welke stelling is juist? I. Leptine is een hormoon dat vrijgemaakt wordt uit vetweefsel en vertelt de hersenen o.a. wanneer je verzadigd bent. II. Om voldoende leptine aan te maken hebben we voldoende verzadigde vetten nodig.

Answer: A) Alleen stelling I is juist

2.

Welke stelling is juist? I. Krachttraining beschermt tegen het verlies van vetvrije massa bij een dieet. II. Vetmassa daalt evenveel bij enkel een dieet als bij een dieet gecombineerd met krachttraining.

Answer: A) Alleen stelling I is juist

3.

Welke stelling is juist? I. Er zijn meer dan twintig verschillende aminozuren. II. Er zijn zowel essentiële als niet essentiële aminozuren.

Answer: C Alleen stelling II is juist

4.

Welke stelling is juist? I. Voedselvoorkeuren worden op jonge leeftijd aangeleerd. II. Obesitas komt meer voor in bevolkingsgroepen met een hoge sociaal-economische status.

Answer: A) Alleen stelling I is juist

5.

Welke mensen hebben de grootste kans om te overlijden aan hart- en vaatziekten?

Answer: A) Mensen zonder overgewicht die niet fit zijn

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FitnesstrainerAenB. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $22.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

87658 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$22.21  7x  sold
  • (7)
  Add to cart