100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Zwaartepunten van het Vermogensrecht $3.34   Add to cart

Summary

Samenvatting Zwaartepunten van het Vermogensrecht

  • Course
  • Institution
  • Book

HOOFDSTUKKEN: 1, 2, 3, 5, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 19, 21, 22.

Preview 2 out of 10  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1/2/3/5/10tm16/19/21/22
  • November 10, 2013
  • 10
  • 2012/2013
  • Summary
avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 29 Flashcards
$3.34 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Welk van de volgende beweringen is juist? a. Als een zaakwaarnemer in eigen naam rechtshandelingen namens de belanghebbende verricht, is hij zelf niet gebonden aan deze rechtshandeling. b. Er is geen sprake van zaakwaarneming als de zaakwaarnemer naast het belang van de belanghebbende ook zijn eigen belang nastreeft. c. Het gevolg van zaakwaarneming is dat er verbintenissen kunnen ontstaan. d. Zaakwaarneming is slechts mogelijk voor feitelijke handelingen.

Answer: c. Het gevolg van zaakwaarneming is dat er verbintenissen kunnen ontstaan. Zie verschillende verbintenissen die kunnen ontstaan op grond van titel 4 afd. 1 Boek 6.

2.

Is de dertienjarige Benjamin, die de fiets van zijn ‘vriendje’ Jelle vernielt, door daar verschillende malen met kracht tegenaan te trappen, totdat beide wielen een knik hebben, alvorens de banden lek te steken, aansprakelijk voor de veroorzaakte schade? a. Nee, aangezien de gedraging hem niet kan worden toegerekend. b. Ja, mits hij heeft gehandeld met het oordeel des onderscheids. c. Nee, omdat niet is voldaan aan het relativiteitsvereiste. d. Ja, aangezien er sprake is van een onrechtmatige daad.

Answer: a. Nee, aangezien de gedraging hem niet kan worden toegerekend. (art. 6:164 BW)

3.

Welk van de volgende beweringen is juist? a. Elke verbintenis heeft een rechtsgevolg dat beoogd is. b. Uit een wederkerige overeenkomst ontstaan twee verbintenissen. c. Verbintenissen kunnen alleen uit rechtshandelingen ontstaan. d. Elk van de voorgaande antwoorden is onjuist.

Answer: b. Uit een wederkerige overeenkomst ontstaan twee verbintenissen. (art. 6:261 lid 1 BW)

4.

Computerhandel Digitcompu B.V. heeft Arons B.V. een offerte uitgebracht voor een A2-laserprinter ad Euro 1.100,--. De heer Arons, directeur van Arons B.V. heeft de offerte op 13 juni 2012 ondertekend per post geretourneerd ten blijke van aanvaarding van de offerte van Digitcompu B.V. Hij vond het een goed aanbod. Diezelfde dag, maar nadat de offerteaanvaarding op de post is gedaan, ontvangt Arons B.V. evenwel een folder van een concurrent van Digitcompu B.V., waarin dezelfde printer wordt aangeboden voor Euro 999,--. Arons B.V. heeft spijt van de orderbevestiging en wil een bindende koopovereenkomst voorkomen, zonder de postbus te hoeven openbreken. Welk antwoord is juist: a. Arons B.V. kan de offerteaanvaarding herroepen, maar dat moet onverwijld gebeuren nadat Digitcompu B.V. de offerteaanvaarding ontvangt; b. Nu de overeenkomst tot stand is gekomen, kan Arons B.V. niet van de overeenkomst af; c. Arons B.V. kan de offerteaanvaarding intrekken, maar die intrekkingsverklaring moet Digitcompu B.V. eerder of gelijktijdig bereiken dan de offerteaanvaarding; d. Arons B.V. kan de overeenkomst vernietigen nu Digitcompu B.V. heeft gedwaald omtrent de prijs.

Answer: c. Arons B.V. kan de offerteaanvaarding intrekken, maar die intrekkingsverklaring moet Digitcompu B.V. eerder of gelijktijdig bereiken dan de offerteaanvaarding; (art. 3:37 lid 5 BW)

5.

Bart en Jeroen, twee HJO-studenten en echte oranjesupporters, laten zich meeslepen door het EK en na een wedstrijd van Oranje besluiten de twee op straat een balletje te trappen. Bart trapt daarbij de bal tegen de nieuwe auto van Leonie, die daardoor een forse deuk oploopt. Leonie spreekt Bart voor haar schade aan stellende dat sprake is van een onrechtmatige daad. Welke stelling is juist: a. Er is sprake van een onrechtmatige daad want er is een inbreuk op een recht; b. Er is sprake van een onrechtmatige daad want er is gehandeld in strijd met een wettelijke plicht (art. 350 Sr); c. Er is sprake van een onrechtmatige daad want Leonie lijdt schade; d. Er is geen sprake van een onrechtmatige daad, want Bart heeft niet met opzet de bal tegen de auto getrapt.

Answer: a. Er is sprake van een onrechtmatige daad want er is een inbreuk op een recht; (art. 6:162 lid 2 BW)

6.

Lees de volgende advertentie: ‘Te koop aangeboden een prachtig vakantiehuisje in het schitterende Loosdrecht. Goed onderhouden. Twee slaapkamers met elk een eigen badkamer. Aan het water. Permanente bewoning niet toegestaan. Vraagprijs Euro 140.000,--.’ Joris is al een tijd op zoek naar een vakantiehuisje en is bekend met de omgeving Loosdrecht. De vraagprijs past binnen zijn budget. Hij besluit de verkopende partij te berichten dat hij bereid is de gevraagde prijs te betalen. Wat is juist: a. Door de aanvaarding zijdens Joris komt een bindende koopovereenkomst tot stand; b. Er is geen sprake van een aanbod als bedoeld in art. 6:217 BW en dus komt door de ‘aanvaarding’ zijdens Joris geen overeenkomst tot stand; HR Hofland/Hennis c. Door de aanvaarding zijdens Joris komt een bindende koopovereenkomst tot stand, tenzij de verkoper het aanbod onverwijld na aanvaarding herroept; d. Geen van de voorgaande antwoorden is juist. Vraag 7 Lisa laat haar testament opmaken bij een notaris. Hoe kun je deze handeling juridisch kwalificeren? a. Dit is een gerichte eenzijdige rechtshandeling; b. Dit is een ongerichte eenzijdige rechtshandeling c. Dit is een eenzijdige overeenkomst; d. Dit is geen rechtshandeling.

Answer: b. Dit is een ongerichte eenzijdige rechtshandeling

7.

Joris en Dennis onderhandelen over een Audi A5 Sportback, welke Dennis te koop had aangeboden. Over de prijs hebben zij al overeenstemming bereikt. Wel wil Joris graag dat Dennis de auto vóór de overdracht nog eens goed in de was zet zodat deze er weer als nieuw uitziet. Dennis gaat daarmee akkoord. Welke van onderstaande stellingen is van toepassing op deze casus? a. Er is sprake van een overeenkomst op basis van art. 6:217 jo 6:225 lid 2 BW; b. Er is sprake van een overeenkomst op basis van art. 6:225 lid 1 jo 6:217 BW; c. Er is geen sprake van een overeenkomst op basis van art. 6:225 lid 1 jo 6:221 lid 2 BW; d. Er is geen sprake van een overeenkomst op basis van art. 6:225 lid 1 jo 6:218 BW.

Answer: b. Er is sprake van een overeenkomst op basis van art. 6:225 lid 1 jo 6:217 BW;

8.

Ten aanzien van dwaling is in de jurisprudentie uitgemaakt dat: a. een koper nooit zomaar af mag gaan op een mededeling van de verkoper, dit is gezegd in het arrest Booy/Wisman; b. de onderzoeksplicht van de koper boven de mededelingsplicht van de verkoper staat. Dit is gezegd in het arrest Offringa/Vinck; c. voor een geslaagd beroep op dwaling vast moet staan dat de overeenkomst zonder de onjuiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten, bepaald in het arrest Booy/Wisman. d. niet kan worden gezegd dat de dwalende de dwaling aan zichzelf te wijten heeft terwijl de verkopende partij heeft gezwegen waar hij had moeten spreken, bepaald in het arrest Van Geest/Nederlof.

Answer: d. niet kan worden gezegd dat de dwalende de dwaling aan zichzelf te wijten heeft terwijl de verkopende partij heeft gezwegen waar hij had moeten spreken, bepaald in het arrest Van Geest/Nederlof.

9.

Welke rechtsvraag wordt in het kelderluik-arrest (HR 5.11.1965, NJ 1966, 136) beantwoord: a. Of en in hoeverre de omstandigheid dat een als een doen te beschouwen gedraging van een persoon van veertien jaren of ouder verricht is onder invloed van een geestelijke of lichamelijke tekortkoming, een beletsel is om haar als een onrechtmatige daad aan de dader toe te rekenen. b. Of en in hoeverre de rechter een vordering, strekkende tot het verbod van een onrechtmatige gedraging kan afwijzen op de grond dat deze gedraging op grond van zwaarwegende maatschappelijke belangen behoort te worden geduld. c. Of een verplichting tot schadevergoeding bestaat, wanneer de geschonden norm niet strekt tot bescherming tegen schade zoals de benadeelde die heeft geleden. d. Of en in hoeverre aan iemand die een situatie in het leven roept welke voor anderen bij niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid gevaarlijk is, de eis kan worden gesteld, dat hij rekening houdt met de mogelijkheid dat oplettendheid en voorzichtigheid niet zullen worden betracht en met het oog daarop voorzorgsmaatregelen treft.

Answer: d. Of en in hoeverre aan iemand die een situatie in het leven roept welke voor anderen bij niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid gevaarlijk is, de eis kan worden gesteld, dat hij rekening houdt met de mogelijkheid dat oplettendheid en voorzichtigheid niet zullen worden betracht en met het oog daarop voorzorgsmaatregelen treft.

10.

Het causale stelsel houdt in: a. dat hetgeen in het register betreffende registergoederen vermeld staat juist is b. dat voor overdracht een geldige titel nodig is. c. dat voor een geldige overdracht een leveringshandeling nodig is. d. dat levering door een beschikkingsonbevoegde ongeldig is.

Answer: b. dat voor overdracht een geldige titel nodig is.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller michellekxx. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

89675 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.34  2x  sold
  • (0)
  Add to cart